Toen de Heineken brouwerij op de rand van het Amsterdamse centrum en de volksbuurt De Pijp, waar Gerard Adriaan Heineken het fundament legde voor zijn wereldwijde bierimperium, in 1988 definitief te klein was geworden werd de fabriek grotendeels gesloopt. In de beschikbare ruimte sloeg kleinzoon Freddy Heineken in 1993 de eerste paal om een plein te laten verrijzen dat een bruisende verbinding tussen het centrum en De Pijp zou moeten gaan vormen.
Het plein kreeg de naam van een nicht van de oprichter van de brouwerij, Marie Heineken, omdat straten niet vernoemd mochten worden naar bedrijven of nog levende personen. Bovendien was Marie kunstenaar geweest (voornamelijk van bloemstillevens), wat prachtig aansloot bij de straatnamen in dat deel van De Pijp die verwijzen naar andere Nederlandse schilders (Ferdinand Bol, Gerard Dou, Albert Cuyp, Frans Hals e.a.).
De 19e eeuwse wijk kreeg nieuwe allure met een heerlijk, heldere nieuwbouw rond een plein waar zich horeca vestigde en waar evenementen georganiseerd konden worden.